Pages Navigation Menu

Chinese traditionele krijgskunsten o.l.v. voormalige bondcoach van China Sifu Q. R. Zhao

6 Veelgemaakte Stootfouten

De stoot: één van de basistechnieken die we moeten leren als we vechtsporten beoefenen. Makkelijk genoeg, toch? Toch ligt het niet zo voor de hand als de meeste mensen denken. Uit ervaring weten we dat deze 6 fouten de meest voorkomende fouten zijn bij beginnende vechtsporters.


1. Verkeerde vuist ballen

Je maakt een vuist door eerst je wijsvinger, middelvinger, ringvinger en pink te vouwen en daaroverheen pas je duim. Vouw dus niet je andere vingers over je duim heen. Laat ook niet je duim vóór je andere vingers uitsteken, dat is een goede manier om je duim te breken.

2. Stoten met de verkeerde knokkels/Niet stoten met knokkels

Als je geen handschoenen aan hebt is het niet een goed idee om te stoten met de knokkels van je pink en ringvinger. Wanneer je hard genoeg stoot tegen iemand is de kans groot dat je het kwetsbare bot van je pink en/of ringvinger breekt. Dit staat ook bekend als  de “bokser’s breuk” (boxer’s fracture). Mik met de eerste twee knokkels, die zijn veel robuuster.

Anderzijds hebben we ook veel te vaak gezien dat mensen niet focussen met hun knokkels en iemand proberen te slaan met de hele vuist. Hoe kleiner het oppervlak, hoe meer kracht daarachter zit, dus stoot met je knokkels, niet met je hele vuist. 

3. Een losse pols hebben

De vuist moet een rechte lijn vormen met de onderarm. Daarvoor heb je een strakke pols nodig die rechte lijn van je vuist behoudt. Wanneer je dat niet doet en tegen een bokszak of tegenstander stoot, zul je al gauw zien dat je vuist dubbel klapt. Hier hou je makkelijk blessures aan over, dus hou die pols recht!

4. Wijde ellebogen

Er is een neiging bij beginners om je elleboog op te tillen alvorens te stoten. Niet alleen is de basishouding met wijde ellebogen gevaarlijk voor je ribben, het is ook nog eens een langzame en zwakkere stoot. Om je tegenstander voor te zijn wil je je stoot zo snel en direct mogelijk maken. Door een omweg te nemen en je elleboog eerst zijwaarts op te tillen en dan pas te stoten signaleer je aan je tegenstander dat je wil gaan stoten. Ook is je stoot zwakker omdat je met een opgetilde elleboog je vanuit je borst en schouderspieren stoot, terwijl je bij een directe stoot je hele lichaam erbij betrekt. 

5. Armkracht

Lieve mensen, deze is belangrijk, je grootste spieren zitten in je benen en je hebt onwijs sterke spieren in je rug zitten. Maak daar gebruikt van in je stoot! Een goede stoot die haal je uit de grond. Je stapt in of draait in, en door je af te zetten tegen de grond drijft je als het ware je knie, heup, schouder, elleboog en uiteindelijk je vuist door je doelwit heen. Als je alleen je spieren in je arm gebruikt dan mis je de momentum en de zwaartekracht waar je heel goed gebruik van kan maken.

6. Veel spanning

Wat we ook vaak zien is dat mensen denken dat veel kracht zetten tot een sterke stoot leidt. Integendeel, een harde stoot is een ontspannen stoot. Aangespannen spieren zijn vooral heel langzaam. Wanneer je je spieren aanspant maak je het ook onmogelijk om gebruik te maken van je hele lichaam. Daarbij is het gewoon verschrikkelijk vermoeiend om telkens met spanning in je armen te vechten, dat ga je niet lang volhouden.


Daar zijn ze dan, de 6 meest gemaakte fouten bij beginnende vechtsporters wanneer het gaat om je brood en boter (de jab en cross). Wil je ook nog weten hoe je een stoot toepast in een gevecht, wat je kan doen om je stoot te verbeteren en hoe jezelf verdedigt tegen een stoot? Volg dan deze blog of kom gerust een keertje langs bij Jing Wu (na de coronamaatregelen uiteraard). Voor nu, train-ze!